Naast inkomen uit een betaalde baan, kun je bij ziekte ook inkomen krijgen door een uitkering.
Als eerste de WAJONG:
Dit is een afkorting van de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten. Op 1 januari 1998 is de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) in werking getreden. De wet biedt jonggehandicapten en studenten die arbeidsongeschikt zijn een uitkering op minimumniveau. Het betreft de groep arbeidsongeschikten die zich niet kunnen beroepen op de WAO/WIA omdat ze geen arbeidsverleden hebben. Je hebt recht op de Wajong als je in je jeugd geheel arbeidsongeschikt raakt. Sinds 1 januari 2015 kun je alleen nog een Wajong-uitkering krijgen als je nu en in de toekomst niet kunt werken.
Je hebt er recht op als:
- Je op de dag dat je 18 jaar wordt een ziekte of handicap hebt,
- Je na je 18e en voor de dag dat je 30 jaar werd een ziekte of handicap kreeg,
- In het jaar voordat je je ziekte of handicap kreeg, je minimaal 6 maanden een opleiding volgde.
Je moet ook aan een aantal voorwaarden voldoen:
- Je woont in Nederland,
- Je bent minimaal 18 jaar.
Wajong aanvragen
Zoals alle uitkeringen vraag je de Wajong aan bij het UWV (Aanvraag beoordeling arbeidsvermogen), waarna de verzekeringsarts of/en arbeidsdeskundige bepalen hoeveel arbeidsvermogen je hebt.
Ingrijpende veranderingen
De Wajong is ingrijpend veranderd. Zowel per 1 januari 2010 als per 1 januari 2015 gelden er andere regels voor de nieuwe instroom. Bij de nieuwe Wajong staat werken naar vermogen centraal. Als je nog (gedeeltelijk) kunt werken dan wordt samen met het UWV een participatieplan opgesteld. In dat plan staat welke ondersteuning je nodig hebt en wat voor jou de beste manier is om werk te vinden.
Sinds 1 januari 2021 zijn de regels voor de Wajong weer veranderd. Met de verandering krijgen Wajongers die (meer) gaan werken een hoger inkomen. Ook kunnen zij hun uitkering houden als zij een opleiding doen. Verder hoeven Wajongers minder bang te zijn om hun uitkering kwijt te raken. Bijvoorbeeld als ze aan het werk gaan, of als hun baan stopt. Ze kunnen altijd terugvallen op de Wajong als de gezondheid weer verslechtert.
Participatiewet
Vanaf 2015 valt de WaJong uitkering onder de participatiewet. Daarmee wil de regering bereiken dat mensen met een ziekte, handicap of een bijstandsuitkering sneller en gemakkelijker aan het werk gaan. De mensen die voor 1 januari 2010 een Wajonguitkering hebben aangevraagd, vallen onder de "oude Wajong". Onder de nieuwe participatiewet hebben alleen nog jonggehandicapten die niet kunnen werken recht op Wajong. Sinds 2018 hebben mensen met een WaJong van voor 2015 een lagere uitkering wanneer het UWV bepaalt dat ze kunnen werken.
Wat is er nog meer veranderd?
Alle Wajongers worden herkeurd, ongeacht het arbeidsongeschiktheidspercentage. Nu kunnen Wajongers die werken, loonaanvulling krijgen tot maximaal het minimumloon. Dat zal straks op bijstandsniveau zijn (70% van het minimumloon). Gedeeltelijk arbeidsongeschikten worden zoveel mogelijk aan de slag geholpen bij reguliere werkgevers, via loondispensatie. Maar de groep die begeleiding krijgt, wordt beperkt tot de meest kwetsbare groepen. De anderen moeten zelf aan werk zien te komen.
WAO/WIA:
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) werd op 29 december 2005 vervangen door de WIA; de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De WAO blijft bestaan voor mensen die in de WAO zitten. Wel kun je worden herkeurd volgens nieuwe strengere criteria, al dan niet met gevolgen voor de uitkering.
- Als je na twee jaar ziekte voor een deel of helemaal niet meer kunt werken, kun je in aanmerking komen voor een uitkering volgens de WIA.
Werken staat voorop
In deze uitkering staat werk voorop. Het accent in de wet ligt op wat mensen nog wél kunnen. Door middel van financiële prikkels worden werkgevers en werknemers gestimuleerd er alles aan te doen om gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan het werk te helpen of te houden. Tegelijkertijd is er inkomensbescherming voor mensen die echt niet meer aan de slag kunnen komen.
Twee delen
De WIA bestaat uit twee delen: de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). Als je volledig arbeidsongeschikt bent en de kans dat je weer herstelt erg klein is, dan krijg je een IVA-uitkering. Iedereen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, kan in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de WGA. Door de invoering van de WIA is de Wet re-integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA) vervallen. De Wet REA is deels opgenomen in de WIA en deels in de Wajong.
Ziektewet:
Als je ziek wordt en geen werkgever (meer) hebt, kun je ‘ziekengeld’ ontvangen. De Ziektewet voorziet hierin. Een ziektewetuitkering vraag je ook aan bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Het UWV is ook verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding en re-integratie. Je kunt bijvoorbeeld voor de ziektewet in aanmerking komen als:
- Je tijdelijke arbeidscontract afloopt tijdens je ziekte,
- Je een Werkloosheidswetuitkering (WW) ontvangt en ziek wordt,
- Je ziek wordt als gevolg van zwangerschap en bevalling.
Loondienst
Wanneer je in loondienst werkt, heb je tijdens je zwangerschapsverlof recht op een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg. Maar als je door je zwangerschap vóór of na de bevalling ziek wordt, ontvang je een Ziektewetuitkering of je bent gedeeltelijk arbeidsgeschikt en wordt ziek binnen vijf jaar nadat je bent aangenomen. Je werkgever hoeft dan niet je loon door te betalen, maar je ontvangt een Ziektewetuitkering (no-risk-polis).
Zelfstandig ondernemerschap:
En dan een uitkering als je een eigen bedrijf hebt. Alleen zelfstandige ondernemers die voor 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden kunnen nog een WAZ-uitkering (Wet arbeid en zorg) krijgen. Als je nu arbeidsongeschikt wordt, moet je zelf voor een vervangend inkomen zorgen. Je kunt dit doen door:
- Een ‘gewone’ particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten,
- of een 'individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering tegen collectieve voorwaarden' af te sluiten.
Dit is mogelijk via diverse branche- en beroepsorganisaties.
Vrijwillige Ziektewetverzekering
Ook organisaties voor zelfstandigen, zoals de Vereniging Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO), CNV Zelfstandigen en FNV Zelfstandigen bieden hun leden deze mogelijkheid, een vrijwillige Ziektewetverzekering en/of WIA-verzekering bij UWV af te sluiten. Deze verzekering geldt als je als werknemer of vanuit een uitkering de start maakt naar zelfstandig ondernemerschap.
Vangnetregeling
Ook is er een vangnetregeling. De alternatieve verzekering is een arbeidsongeschiktheidsverzekering die bedoeld is voor moeilijk verzekerbare risico’s. Ondernemers die eerder voor een reguliere verzekering door een verzekeraar geweigerd werden of alleen met premieopslag en/of uitsluitingen geaccepteerd werden, kunnen een beroep doen op de vangnetverzekering. Voor de alternatieve verzekering kunt je in aanmerking komen als je:
- Als startende ondernemer moeilijk verzekerbaar blijkt door bijvoorbeeld een hoog risico op arbeidsongeschiktheid,
- En je binnen drie maanden na de start van het bedrijf meldt voor de alternatieve verzekering bij een particuliere verzekeraar,
- Je als zelfstandige na herkeuring weer volledig aan het werk kunt en daarmee je WAZ-uitkering verliest.
Lees de ervaringen van stomadragers met een uitkering
Bij dit onderwerp gebruik gemaakt van de bron: Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid