Een veel voorkomend onderzoek is het röntgenonderzoek. Bij het maken van röntgenfoto's worden stralen vanuit een stralenbron door het lichaam van een patiënt heen op een fotografische plaat of televisiescherm geprojecteerd. Botten houden de stralen tegen en geven dus schaduwen. De foto's zien eruit als een fotonegatief.
Om op een foto de darmen of blaas zichtbaar te krijgen, wordt vaak een contrastmiddel toegepast. Dat is een middel dat net als de botten de stralen niet of veel minder laat doordringen tot op de fotografische plaat of het televisiescherm. De contrastvloeistof verlaat het lichaam weer met de ontlasting of urine.
Buikoverzichtsfoto
Dit is een röntgenfoto van de gehele buik, waarbij geen contrastvloeistof gebruikt wordt. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van ernstige verstopping, is op de foto de stapeling van grote hoeveelheden ontlasting zichtbaar.
Een onderzoek waarbij ze de buikoverzichtsfoto gebruiken is de Pellet-passagetest. Je moet dan korreltjes of ringetjes slikken, die op een röntgenfoto zichtbaar zijn, zodat het transport van voedsel door het darmkanaal kan worden gevolgd. Daarna worden er een aantal dagen achter elkaar röntgenfoto's gemaakt, zodat te zien is waar de ringetjes zich in het darmkanaal bevinden. Zijn er bijvoorbeeld na 4 dagen nog steeds ringetjes zichtbaar dan is er sprake van verstopping.
Dit onderzoek mag echter nooit worden uitgevoerd als er gedacht wordt aan een vernauwing van de darm.
Dikke en dunne-darmfoto
Je hebt ook röntgenonderzoeken waarbij er een specifiek onderdeel wordt gefotografeerd. Bijvoorbeeld bij een dunne-darmfoto. Hierbij moet je dunne darm leeg zijn, dit gebeurt door een te volgen dieet in combinatie met laxerende medicatie. Je krijgt contrastvloeistof toegediend door middel van een slangetje door je neus of mond via de maag waarna je in verschillende posities onder het röntgenapparaat moet gaan liggen.
Ook heb je een dikke-darmfoto, waarbij je dikke darm net als bij het onderzoek hierboven leeg moet zijn. Er wordt via de anus eerst contrastvloeistof en daarna lucht ingespoten, dit laatste gebeurt zodat de darm zich ontplooid en dus beter zichtbaar is.
Enteroclysis
Enteroclysis is een speciale techniek om dunne-darmfoto’s te maken waarbij het contrastmiddel via een slangetje in de mond of neusgat wordt ingespoten in plaats van ingeslikt.
De dunne darm wordt gevuld met een verdunde bariumpap langs een duodenaalsonde (soort maagsonde geplaatst tot in de dunne darm). Zonder slangetje moet de pap worden opgedronken (± 1 liter) en komt eerst in de maag. Het zal 3 tot 6 uur duren voordat het laatste gedeelte van de dunne darm wordt bereikt. Via het slangetje loopt de pap direct in de dunne darm en komt niet eerst in de maag.
Via een pompje, dat aangesloten wordt op het slangetje, loopt de pap met een bepaalde snelheid in de dunne darm. Tijdens het inlopen van de pap worden er verschillende foto’s gemaakt. Om sommige gedeelten van de dunne darm beter te kunnen bekijken, worden er foto’s gemaakt, waarbij er voorzichtig op je buik wordt gedrukt.
Intra Veneus Pyelogram (IVP)
Bij dit röntgenonderzoek wordt er gekeken naar:
- De nieren (renes)
- Urineleiders (ureters)
- En blaas (vesica urinaria)
De darmen moeten schoon zijn, omdat er anders een mogelijkheid bestaat dat een gedeelte van de nieren en/of urineleiders niet goed op de foto te zien zijn. Door middel van een injectie via een bloedvat in de arm, wordt een jodiumhoudend contrastmiddel toegediend waarna er foto's worden gemaakt.
Een onderzoek die je 'gratis' bij de IVP krijgt, is de cystogram (cyst=blaas, grafie=afbeelding). Hierbij wordt via een katheter (een slangetje dat via de plasbuis in de blaas wordt gelegd) de blaas met een vloeistof gevuld die op een Röntgenfoto zichtbaar is. Hiermee kunnen grotere tumoren zichtbaar worden en bijvoorbeeld fistels. Na het legen van de blaas kan tevens beoordeeld worden in hoeverre de blaas leeg komt.