De geschiedenis van het stomamateriaal
In het verleden werd veel aan de inventiviteit van de stomadrager overgelaten, vaak werden ze na een operatie zonder enige vorm van opvangapparatuur naar huis gestuurd. De geschiedenis van stomamateriaal is nog niet zo heel oud. In de jaren '70 kwamen pas de moderne opvangmaterialen. Voor die tijd liet de kwaliteit van het opvangmateriaal soms te wensen over.
Rubber
Naast opvangmateriaal van rubber, dat al in 1935 in Duitsland werd geïntroduceerd... (Bron afbeelding: het boek 'Baas op eigen buik')
Metaal, glas en porselein
...moesten de mensen het toen doen met metalen-, glazen of porseleinen bakjes. (Bron afbeeldingen: boven het boek 'Baas op eigen buik', onder Eurotec en Combicare)
Opvangbakjes
Hoewel opvangbakjes van glas wel goed schoon te maken waren, moet je er niet aan denken wat de gevolgen zijn als het glas brak. De opvangbakjes werden soms met een opblaasbare rubberen rand passend op de buik gemaakt. De rubberen opvangzakjes werden met hun elastische kraag om een ring op de buik bevestigd of met huidcement hermetisch op de buik gekleefd. (Bron afbeeldingen: het boek 'Een kwart eeuw stomazorg in Nederland')
Stank en lekkages
Dit opvangmateriaal werd erg vuil, stonk en was goed zichtbaar onder de kleding. Ze sloten niet goed af, waardoor de mensen in die tijd veel last hadden van lekkages. Ook veroorzaakten de materialen allergieën en huidirritaties. Toen net voor de tweede wereldoorlog de eerste kunststoffen werden ontdekt, werd het gemakkelijker om lichtere materialen te gebruiken die na eenmalig gebruik konden worden weggegooid in plaats van elke keer te worden schoongewassen. (Bron afbeeldingen: het boek 'Een kwart eeuw stomazorg in Nederland')
Jaren '60
In de jaren '60 waren er maar een paar fabrikanten die opvangzakjes maakten. Dit waren vaak zelf stomadragers. Omdat zij wisten waar zich de problemen bevonden, besloten ze zelf stomamateriaal te gaan ontwikkelen. Zo ontstonden de eerste stomamerken, zoals Nu-Hope en Marlen. (Bron afbeeldingen: Ostomates.org en het boek 'Een kwart eeuw stomazorg in Nederland')
Plastic boterhamzakjes
Hoewel de kwaliteit nog te wensen overliet (het waren doorgestikte plastic boterhamzakjes van de Hema en Vroom & Dreesman die tussen een plastic bol of ring aan een riem werden bevestigd, zoals je hieronder kunt zien), was het toch al een enorme verbetering ten opzichte van het opvangmateriaal van daarvoor. (Bron afbeelding: het boek 'Baas op eigen buik')
Eerste wegwerpzakje
Het was de producent Coloplast uit Denemarken die de eerste plastic wegwerpzakjes ontwikkelde, dit was al in 1954. Door een stoma-aanleg bij haar zuster zocht de Deense verpleegkundige Elise Sørensen naar beter opvangmateriaal. In 1954 kwam zij op het idee om een eendelig stoma-wegwerpzakje te gebruiken. Met behulp van ingenieur Aage Louis Hansen van Coloplast is dit idee uitgewerkt. Elise stond met hem in contact doordat zijn vrouw een collega-verpleegkundige van haar was. Het waren hele simpele zakjes met een zinkoxide kleeflaag, eigenlijk dezelfde witte kleeflaag die vroeger onder elke gewone pleister zat. Hoewel veel mensen er niet tegen konden (de huid ging verhoornen), was het toch een hele vooruitgang. Het was niet meer zichtbaar onder de kleding, en luchtdicht. Wel was het zakje doorzichtig, had geen filter en ritselde erg.
Karaya-gom
Hollister ( Verenigde Staten) kwam in 1960 met opvangzakjes met Karaya-gom. Dit is een natuurlijk product dat wordt gewonnen uit de bast van een boomsoort en heeft sterk klevende en huidbeschermende eigenschappen. Aanvankelijk smolt het snel onder invloed van vocht en warmte, maar dat probleem is later opgelost. Dit product is ongekend populair geweest, en wordt nog steeds gebruikt in de stomazorg.
Jaren '70
Pas in de jaren '70 werden zakjes en huidplaten uitgevonden die een duidelijke verbetering betekenden voor de stomadrager. Al zou het nog wel tot het eind van de 70-er jaren duren voordat er een goed tweedelig systeem beschikbaar kwam. De samenstelling van de zakjes werd verbeterd, waardoor er geen ongewenste geurtjes meer doorheen kwamen. (Bron afbeeldingen: Ostomates.org en het boek 'Baas op eigen buik' en onderaan 2 maal Eurotec)
Tot de knie
De zakken waren nog lange tijd enorm groot, tot de knie. (bron afbeelding: Stoma-Actief)
1970: keerpunt per toeval!
Per toeval kwam er in 1970 een keerpunt in stomazorg. De firma Squibb in Australië introduceerde in dat jaar de hydrocolloïdplak (ook wel kaasplak), waardoor de stomadrager geen last meer had van allergische reacties van de huid. Hydrocolloïd kwam oorspronkelijk op de markt als kleine pleister bedoeld voor tandartsen en kaakchirurgen om toe te passen als klevend verband op tandvlees. Pas later ontdekte men per toeval dat dit materiaal ook goed dienst kon doen op de huid rondom een stoma.
Lumineuze idee
Dr. E.S.R. Hughes, een Australische chirurg, had dit klevende verband bij zijn tandarts gezien en kwam op het lumineuze idee om de huid rond de stoma daarmee te beleggen, en met succes! Deze ontdekking betekende een ommekeer in stomazorg, maar ook voor de firma Squibb. Het product voor tandartsen en kaakchirurgen was namelijk al bijna in andere handen overgegaan, alleen het contract moest nog worden getekend. Tot Dr. Hughes hen belde...
Stomahesive
De plakken werden 'Stomahesive' genoemd en in de handel gebracht met het formaat van 10 bij 10 centimeter (toen nog zonder flens). In die tijd kostte een plak 10 gulden per stuk, en daar moest het stomazakje dan nog bij worden opgeteld. Uit de firma Squibb werd een aparte organisatie opgezet die zich ging bezighouden met de ontwikkeling van producten waaraan in de stomazorg behoefte was: ConvaTec.
Met flens
In 1977 kwam ConvaTec met System II, in 1978 omgedoopt tot Combihesive systeem. De Stomahesive plak werd uitgerust met een soort tupperware ring, waarop een stomazakje kon worden bevestigd. Dit systeem is een groot succes geworden.
Perfectioneren
Er werd steeds meer aandacht besteed aan het perfectioneren van het product: de soepelheid, de kleefkracht en het vochtopnemende vermogen van de huidplaat. Ook de opvangzakjes werden verbeterd: geen gekraak meer, betere filters voor ontluchting en voor de ileostoma een opening onderaan. Eind jaren '60 komen ook de stomahulpmiddelen in het ziekenfondspakket terecht. (Bron afbeeldingen: Ostomates.org)
Non-woven
Dansac, een fabrikant die ontstond door onvrede over het niet willen inspelen op de behoefte van de gebruikers waardoor er een medewerker van één van de grootste leveranciers van stomamateriaal ter wereld in 1971 voor zichzelf begon, bracht als eerste de beigekleurige folie en de non-woven achterzijde (eind jaren '70) op de markt.
Ontwikkelingen gaan door
Natuurlijk stoppen de ontwikkelingen niet. Zo zijn er nu zakjes in allerlei soorten maten, is er inmiddels ook een convex huidplak voor de dieper liggende stoma (waarvan Marlen de eerste fabrikant was), toilet doorspoelbare stomazakjes, tweedelige systemen met plaksysteem in plaats van kliksysteem, systemen voor mensen met een moeilijke handfunctie of gezichtsstoornissen, zakjes met dubbel filter, een non-woven laagje om het gehele stomazakje waarvan soms met kijkvenster, allerlei verschillende vormen klittenbandsluitingen van een ileo-opening in plaats van een clip, en een kneedbare huidplak. Voor de colostoma wordt er veel ontwikkeld. Zo kwam Coloplast met de Conseal plug, en ConvaTec met de Vitala.
Lees de ervaringsverhalen over geschiedenis met een stoma
Bronnen gebruikt voor dit onderwerp: Combicare nieuws en het boek 'Baas op eigen buik'.