Naast de röntgentechniek zijn er nog andere soorten beeldvormende technieken:
CT-scan (Computertomografie)
Op een CT-scan blijven botstructuren als op gewone röntgenfoto's heel goed te zien, maar daarnaast zijn de omgevende weke delen ook enigszins zichtbaar. Een röntgenfoto is een soort portret waarop men verschijnt in dezelfde houding als waarin men is gefotografeerd, terwijl een CT-scan eigenlijk een doorsnede is van het lichaam die door de computer is getekend.
Dat heeft te maken met de manier waarop een CT-scan wordt gemaakt. Je moet daarvoor onbeweeglijk op een soort matras liggen, terwijl het lichaamsdeel waar het om gaat in de opening ligt van de scanner. De CT-scanner is een soort ring waar het te scannen lichaamsdeel "plakje voor plakje" doorgeschoven wordt, waardoor je een dwarsdoorsnede van het lichaam krijgt. Een computer bouwt op basis van deze beelden een zeer gedetailleerde driedimensionale weergave op. Nadeel is de hoeveelheid straling: 1 CT-scan staat ongeveer gelijk aan 200 röntgenfoto's.
Spiraal-CT-scan
Een redelijk nieuwe ontwikkeling is de Spiraal-CT-scan. Deze nieuwe techniek is sneller en op de foto's is meer te zien dan bij een gewone CT-scan. Bij de spiraal-CT-scan wordt niet plakje voor plakje gescand maar wordt een zogenaamde volumescan gemaakt in één doorlopende spiraalvormige beweging van de Röntgenbron. Er kunnen in zeer korte tijd heel dunne dwarsdoorsneden worden gemaakt, waarmee driedimensionale afbeeldingen kunnen worden gereconstrueerd.
MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging)
Bij de MRI-scan, ook wel magneetscan genoemd, ziet eruit als een CT-scanner, maar werkt heel anders. Er worden eveneens doorsneden gemaakt door het lichaam heen, in drie dimensies. Je komt in een lange tunnel te liggen die een sterke magneet bevat, waarbij het water in de weefsels gemagnetiseerd wordt. Hierdoor gaan in het weefsel de wateratomen zich als miniatuurmagneetjes gedragen. Ook worden vanuit de scannertunnel radiogolven uitgezonden van een golflengte die de watermagneetjes als het ware doen meetrillen (resoneren) waarbij ze energie uit de radiogolven in zich opnemen.
Als de radiogolf wordt gestopt wordt de eerder opgenomen energie uitgezonden als een signaal. Uit deze signalen kan de computer van het apparaat de samenstelling van de verschillende weefsels berekenen en ze uittekenen in de vorm van een doorsnede (de MRI-scan). Gebieden waar geen water is, zoals lucht of bot, geven geen signaal en zijn zwart op de scan.
Omdat dit onderzoek wordt gedaan met een supermagneet, mag er geen metaal in de MRI kamer komen. Een metalen voorwerp zou een levensgevaarlijk projectiel worden onder invloed van deze magneet. Dat houdt ook in dat mensen met metalen voorwerpen (bijvoorbeeld een pacemaker, kunstlens etc.) in hun lichaam meestal geen MRI scan kunnen ondergaan. Een pacemaker kan ook ontregeld raken door het magneetveld.
Een MRI-onderzoek duurt 20 minuten tot ongeveer een uur. Vaak kun je er naar muziek luisteren en je eigen CD meenemen.
Om bloedvaten of tumoren nog beter te kunnen zien, wordt ook wel gebruik gemaakt van Magnetic Resonance Angiography (MRA). Deze techniek werkt hetzelfde als bij MRI, alleen wordt er vooraf contrastvloeistof (gadolinium) ingespoten.
CT-beelden en MRI-beelden kunnen elkaar aanvullen, maar niet compleet vervangen.
Lees de blog van Eliene over een MRI, met een tip!
Virtuele coloscopie
Een nieuwe onderzoeksmethode is de virtuele coloscopie. Hierbij kan het weefsel van de dikke darm 3-dimensionaal worden onderzocht, op een computerscherm. Virtuele coloscopie gebeurd op 2 manieren;
- Via MRI
- En CT-coloscopie (oftewel colografie)
MRI wordt (nog) weinig toegepast. Bij colografie wordt gebruik gemaakt van de CT-scanner en een computer die is uitgerust met speciale virtuele reality software. Hoewel de CT-scan horizontale doorsnede-beelden maakt van het menselijk lichaam, kan de software die beelden elektronisch herberekenen, zodat er beelden ontstaan die de indruk geven dat ze de binnenkant van de dikke darm weergeven.
Voordelen van virtuele coloscopie:
- Er hoeft geen endoscoop te worden ingebracht in de darmen, maar dat een gang door de CT-scanner volstaat.
- Dankzij deze projectie kijk je niet door een koker maar kun je ook achterom of opzij kijken in de dikke darm, waardoor je ook tussen de plooien van de darm kan zoeken naar bijvoorbeeld poliepen of zweren. Met een gewone endoscoop kun je niet tussen de darmplooien komen.
De nadelen zijn:
- Dat er lucht ingeblazen wordt, wat erg onaangenaam is.
- Bovendien geeft het röntgenstraling, waar je zuinig mee moet zijn omdat het op den duur schadelijk zou kunnen zijn voor het lichaam.
- De computer die deze beelden moet maken is erg duur en voor een radioloog is het bekijken van de foto's tijdrovend.
- De virtuele coloscopie heeft alleen geen mogelijkheden voor verder onderzoek (zoals afnemen van weefselstalen) of voor behandeling (wegnemen van poliepen, stelpen van bloedingen, openmaken van vernauwingen), wat de gewone coloscopie wel kan.
Defaecografie
Dit is een onderzoek van de defaecatie (het ontlasten). Hierbij wordt via een slangetje in de anus de endeldarm gevuld met dikke bariumpap (bariumsulfaat suspensie). De bariumpap lijkt wat volume betreft op echte ontlasting. Vervolgens moet je proberen de bariumpap net als gewone ontlasting uit te drukken op een zogenaamde defaecografiestoel. Deze stoel is vergelijkbaar met de normale toiletpot en staat op een röntgentafel. Van het hele proces worden röntgenfoto's gemaakt.
De bewegingen van de bekkenbodem, de endeldarm en de anus kunnen zo bij rust, knijpen en persen worden onderzocht. Afwijkingen in de bewegingen van de bekkenbodem en de anus, uitzakken van de endeldarm of uitpuilen van de endeldarm in de vagina kunnen op deze manier worden aangetoond.